Hout zal altijd vocht ademen. Hout kan namelijk zowel vocht afstaan als opnemen. Dat heeft in een vochtige omgeving tot gevolg dat droog hout vocht opneemt terwijl nat hout in een droge kamer juist vocht zal afgeven. Dat betekent dat het kan krimpen en uitzetten. In een ideale situatie verandert het hout zo min mogelijk van vorm. Houten planken die in Nederland gebruikt worden, kunnen het best een vochtgehalte hebben van 9 tot 12%. Met dat percentage zal het hout het best kunnen functioneren zonder al te erg te veranderen van grootte.
Terugdrogen
Om te voorkomen dat het vochtgehalte te hoog is in het hout, moet het worden teruggedroogd. Op die manier zal het hout niet te veel krimpen. Daarnaast is de bewerking van het hout makkelijker en is het minder gevoelig voor beschadigingen van schimmels en ongedierte. Het terugdrogen kan plaats vinden door het hout buiten te leggen. Het hout kan ook gedroogd worden in een droogkamer. Dat is een kamer waarin de warmte wordt opgevoerd en de lucht gecirculeerd wordt. Op die manier wordt het overtollige vocht uit het hout verwijderd.
Gedroogd of ongedroogd hout?
Bij de keuze voor gedroogd of ongedroogd hout zijn er meerdere factoren die meegenomen moeten worden. Kies je voor binnen- of buitengebruik? Wil je bijvoorbeeld een tafel maken, dan is het verstandig te kiezen voor gedroogd hout. In een woonkamer is het namelijk relatief warm. Daardoor zal ongedroogd hout zijn vocht kwijt willen aan de omgeving. Voor je het weet zijn je planken gekrompen. Gedroogd hout daarentegen zal in balans zijn met het vochtgehalte in de kamer. Buitenshuis maakt het wat minder uit. Aangezien het in de tuin zowel regent als zonnig kan zijn, is het goedkopere ongedroogde hout net zo geschikt als gedroogd hout.